braden

Om vlees te braden gebruikt je oven stralingswarmte. Omdat er geen rechtstreekse hitteoverdracht is, kan de kern mooi garen, zonder dat de buitenzijde te hard gaat korsten. Daarom is braden ideaal voor iets grotere stukken vlees zoals rosbief, varkensgebraad of kalfsgebraad.

Net als bij vlees bakken haal je best het vlees enige tijd op voorhand uit de koelkast. Dep het droog en kruid pas op het allerlaatste moment, want zout trekt vocht uit het vlees.

Vlees dat vooraf mooi in de pan gekorst werd, is sappiger. Bovendien is het onmisbaar voor de smaak. Pas het formaat van de ovenschotel aan. Zeker in een hete oven kan de vetstof rond het vlees beginnen te roken met onaangename aroma’s als gevolg. Voeg een klontje verse boter toe vlak voor je het vlees in de oven schuift. Leg er enkele grof gesneden groenten rond; die voorkomen dat het vet verbrandt en ze geven extra smaak aan de jus.

Regelmatig het vlees napperen met het braadvocht is vooral bij hoge temperaturen belangrijk. Het remt de garing wat af en voorkomt een te harde korst. Ideaal is gebraad met een vetrandje om alles van nature sappiger te houden. Vraag je slager om je gebraad op te binden met een lapje vet.

Braden is geen exacte wetenschap. De diameter van het vlees varieert en niet iedere oven is even accuraat wat temperaturen betreft. Een kernthermometer is hierbij dan ook een heel handig hulpmiddel.